LCD

LCD staat voor Liquid Crystal Display.
Elke LCD-projector is voorzien van drie LCD-paneeltjes. Kleine doorzichtige paneeltjes die er op het eerste zicht uitzien als een dia. Ze staan in een projector tegenover elkaar opgesteld rond een optisch hart; het prisma.

Voor de werking van de LCD gaat het als volgt:

Het licht geproduceerd door de lamp wordt door middel van kleurfilters gepolariseerd en gesplitst in de drie basiskleuren Rood, Groen en Blauw. Deze drie gekleurde lichtstralen gaan elk door één van de drie LCD-panelen.

De LCD-panelen zelf zorgen voor het weergeven van licht en donker; ze zijn uitgerust met vloeibare kristallen die de interessante eigenschap hebben om het licht niet of wel door te laten in functie van de spanning waaronder ze worden geplaatst. Zodoende kan een paneel gezien worden als een dynamische dia! Elk van die drie panelen wordt beschenen met een lichtstraal; een rode, een groene en een blauwe (RGB). Zo ontstaan kleuren en vormen. Het samenbrengen van die drie aparte beelden in rood, groen en blauw geschiedt in een prisma dat ervoor zorgt dat de drie lichtstralen netjes op elkaar gelegd worden en via de lens op het scherm worden geprojecteerd.

VOORDELEN:
Er is geen regenboogeffect dat wel bij DLP is.


NADELEN:
De panelen hebben een korte levensduur;
De projectoren zijn niet zo klein;
De projectoren hebben een lage contrastwaarde.








Bron: LCD